Home

Bijdrage van Josie Krijgsman, werkgroep 23

Een studentenpsycholoog heeft een driejarige bachelor psychologie afgerond met een eenjarige master in klinische psychologie. Naast het afronden van een master in de klinische psychologie wordt er vaak ook nog voor gekozen om een master in de gezondheidspsychologie te doen. Na het afronden van de master(s) volgt meestal een opleiding tot GZ-psycholoog. Niet vereist maar vaak wel gewenst is het bezitten van een BIG-registratie. Een BIG-registratie verschaft informatie over de bevoegdheid van een hulpverlener. Om inzicht te krijgen in student gerelateerde problematiek moeten er na de opleiding tot GZ-psycholoog nog cursussen worden er gevolgd. Een studentenpsycholoog is werkzaam binnen het hoger onderwijs, waaronder universiteiten en hogescholen, op een afdeling die ondersteuning biedt aan studenten. Hier biedt hij meestal, individueel of in groepen, hulp en ondersteuning van korte tijdsduur aan studenten.

Studenten kunnen op verschillende manieren terechtkomen bij een studentenpsycholoog. Zij kunnen bijvoorbeeld door worden verwezen door een studieadviseur of ze kunnen zichzelf melden bij de studentenpsycholoog. Aan gesprekken met een studentenpsycholoog zitten geen kosten verbonden. Eerst wordt er een intakegesprek afgenomen om te achterhalen of de studentenpsycholoog wel de meest geschikte psycholoog is voor de desbetreffende persoon en hierna wordt er gekeken welke behandelmogelijkheden er zijn. Indien er meer intensieve behandelingen vereist zijn, dan wordt de student doorverwezen naar onder andere ggz-instellingen. Indien iemand naar een ggz-instelling wordt doorverwezen, dan worden deze kosten door de zorgverzekering vergoed. Echter kunnen er wel kosten voor het eigen risico in rekening worden gebracht. Veelvoorkomende klachten waarmee studentenpsychologen te maken krijgen zijn faalangst, gebrek aan motivatie en concentratie, afstudeerproblemen en twijfels over de studiekeuze, maar ook problemen die horen bij de ontwikkelingsfases die een student doormaakt en heeft doorgemaakt zoals problemen gerelateerd aan relaties en de eigen identiteit. Verder kunnen studentenpsychologen ook te maken krijgen met mensen met bijvoorbeeld ADHD of autisme. Psychische problemen kunnen een grote invloed uitoefenen op studieprestaties en een studentenpsycholoog is gespecialiseerd in de aanpak van zulke problemen. Een studentenpsycholoog kan aan de hand van individuele gesprekken of door middel van het geven trainingen aan groepen handvaten aanbieden om met deze problemen om te gaan.

Naast het voeren van individuele gesprekken en het geven van trainingen houdt een studentenpsycholoog zich ook bezig met de vooruitgang van de behandelingen en verzamelt hij alle notulen van sessies in een dossier. Tenslotte helpen studentenpsychologen ook mee aan het verbeteren van zowel het psychologische- als andere vakgebieden. Ze adviseren studieadviseurs en werken nauw samen met hen en andere studentenpsychologen, ze dragen bij aan het maken van beleid over het onderwijs en hebben door hun expertise over een aandeel in wetenschappelijk onderzoek waarin studie gerelateerde problemen een rol spelen. Door het volgen van cursussen en trainingen blijft een studentenpsycholoog op de hoogte van alle ontwikkelingen en ontwikkelt hij zichzelf ook. De vaardigheden waarover een studentenpsycholoog moet beschikken zijn onder andere het hebben van empathie, luisteren, kennis hebben over het onderwijs en studie gerelateerde problematiek, kennis hebben over culturele diversiteit, coachen, samenwerken, motiveren en sociaal aangelegd zijn. Gemiddeld genomen begint een studentenpsycholoog met een salaris van 2370 euro bruto per maand en dit kan oplopen tot 4374 euro bruto per maand.

Roos Toering & Eva Nan uit werkgroep18

In het derde jaar van de bachelor Psychologie ga je een specialisatierichting kiezen. Afhankelijk van de universiteit waaraan je studeert, kent de opleiding een aantal richtingen. Klinische psychologie is één van deze afstudeerrichting, die vrijwel door alle universiteiten wordt aangeboden.

In het klinische vakgebied bestrijkt afwijkend of problematisch gedrag van mensen in alle leeftijdscategorieën. Men houdt zich bezig met mensen die in de transitie zitten naar psychische ontregeling of al ontregeld zijn en hoe deze ontregeling ontstaat. Hierin wordt bijvoorbeeld gekeken naar verschillende mentale stoornissen, zoals stemmings- en angststoornissen. Het takenpakket van een klinisch psycholoog bestaat uit diagnostiek, psychologische behandeling en begeleiding, preventie en wetenschappelijk onderzoek. Als klinisch psycholoog kom je terecht in de algemene of (ambulante) geestelijke gezondheidszorg.

Leerdoelen binnen het verplichte basisprogramma van klinische psychologie bestaan uit kennis opdoen over theorieën en modellen binnen de klinische psychologie, het herkennen van verschillende mentale stoornissen, vaardigheden verkrijgen op het gebied van klinische gespreksvoering en het toepassen van deze kennis en vaardigheden op diverse cases.

Als gezondheidszorgpsycholoog kan je werkzaam zijn in alle sectoren van de gezondheidszorg, waarbij je zowel psychische als lichamelijke problemen diagnosticeert en verhelpt. De master gezondheidszorgpsychologie kan gekozen worden wanneer je voor de klinische specialisatie hebt gekozen. Deze master is bedoeld voor studenten die na deze master een opleiding willen doen tot GZ-psycholoog of een andere postmaster opleiding. In deze master staat de relatie tussen lichaam en geest centraal. Aan het begin van de master wordt er een korte inleiding gegeven in de psyche van de mens en er worden verschillende lichamelijke processen besproken en wat hierbij de rol van de psyche is. Tijdens de master zal er ook gekeken worden naar bijvoorbeeld hart- en vaatziekten, stress, kanker en pijn. Ook komen er onderzoeksmethoden aan bod die men in de praktijk toepast en hoe deze gebruikt worden in de huidige gezondheidszorg. Het biopsychosociaal model stelt dat er een duidelijke interactie bestaat tussen het functioneren van het lichaam, de psyche van de mens en zijn sociale omgeving en komt in de master vaak aan bod. Een gezondheidszorgpsycholoog heeft na de Universitaire opleiding Psychologie en de klinische specialisatie een postdoctorale beroepsopleiding gevolgd die twee jaar duurt. Als gezondheidszorgspycholoog kun je zelfstandig in een praktijk werken, alleen of samenwerkend met anderen. Je werkt bijvoorbeeld als psycholoog die eerstelijnszorg of basiszorg geeft. Je bent inzetbaar in alle sectoren van de gespecialiseerde zorg voor mensen met psychische problemen. Zo kan je als gezondheidszorgpsycholoog ook terecht komen bij instellingen zoals Jeugdzorg, ouderenzorg, speciaal onderwijs en verslavingszorg. Daarnaast kun je werken in een instelling voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Ongeveer de helft van alle GZ-psychologen werkt in de GGZ.

Welcome to the OWV POP Wiki 17-18 Wiki[]

Theo Thijm, Daniël Nip, wergroep 9

Ik zal kort uitleggen wat de master van Arbeids & Organisatie precies inhoud. Allereerst bestaat de master uit drie verschillende takken, namelijk personeelspsychologie, organisatiepsychologie en arbeid en gezondheidspsychologie. Eerst zal ik dieper in gaan op de personeelspsychologie. Bij personeelspsychologie zal jij als psycholoog rondlopen op de werkvloer en houd jij je bezig met het personeel. Zo maak jij deel uit van de selectieprocedure voor personeel, maar ben jij er ook om de prestatie van het personeel te verbeteren, doormiddel van trainingen en coaching.

Organisatiepsychologie gaat in op de relatie tussen het personeel en de omgeving, ofwel het bedrijf. Hier gaat het vooral om het stimuleren van samenwerking in groepen, bevorderen van de creativiteit. Ook het veranderen van de organisatie hoort thuis in de organisatiepsychologie.

Als arbeids en gezondheidspsycholoog houd je je bezig met de relatie tussen de arbeid van het personeel en de gezondheid van het personeel. Hier kun je dus denken aan het observeren van stress bij werknemers wat kan leiden tot een burnout. Zoals je kunt lezen komen deze takken niet alleen terug in je master, maar ook in het bedrijfsleven. Maar voordat je het bedrijfsleven in kan duiken, moet je dus eerst je master halen. Deze master is een voltijds studie van een jaar, waarbij je in een jaar 60 EC moet halen. Hiervan is een gedeelte voor het volgen van je verplichte vakken en keuzevakken en een deel voor je masterthese.

Er zijn een aantal voordelen aan het doen van je master Arbeids & Organisatie psychologie. Er is veel keuze voor je keuzevakken, mede omdat het werkveld binnen de Arbeids & Organisatiepsychologie zo groot is. Daarnaast is het onderwijs kleinschalig, waardoor je de mogelijkheid krijgt om veel vragen te stellen gedurende de lessen. Na afloop van de masterstudie beheers je een aantal leerdoelen van de opleiding:

- Je beheerst de kennis, waaronder ook theorieën, binnen de Arbeids & Organisatie psychologie.

- Je kunt problemen in de praktijk goed analyseren.

- Je bent in staat om deze problemen op te lossen.

- Je vaardigheden in onder meer presenteren, adviseren, samenwerken en argumenteren zul jij verbeteren.

Zoals al eerder aangegeven zul je je na je master vooral gaan werken binnen grote bedrijven. Denk hierbij aan bedrijven als Heineken en ING, grote bedrijven die open staan voor iemand van buitenaf, die observaties doet over het bedrijf en dit terugkoppelt naar het bedrijf zelf. Dit alles ter verbetering van de prestatie, maar ook het welzijn van het personeel.

________________________________________________________________________________________________________________________________

Nina Zuidema en Mark Melaard, wg 14

Hoe word ik kinder- en jeugd psycholoog?

Voor de richting kinder- en jeugdpsychologie bestaan op de UvA meerdere mogelijkheden om in dit werkveld terecht te komen. Zo zijn er meerdere aansluitende vakken die gevolgd kunnen worden. Het vak antisociaal gedrag bij kinderen & jeugdigen biedt een algemene inleiding over de ontwikkeling van (a)sociaal gedrag. De hiermee gepaarde risicofactoren en verschijningsvormen van antisociaal gedrag worden tijdens dit vak ook behandeld. Dit vak is alleen toegankelijk wanneer je voor de mastertrack gezondheidszorg kiest. Ook het vak KLOP: Perspectief vanuit de Jeugdzorg. Dit vak geeft een overzicht van theoretische modellen, recente onderzoeken en assessment van afwijkende ontwikkeling bij kinderen en jongeren. De cursus Preventieve jeugdinterventies gaat onder andere over opvoedingsondersteuning voor ouders, schoolinterventies, en interventies voor adolescenten en jongvolwassenen. De cursus richt zich specifiek op hoe de effectiviteit van bestaande interventies verbeterd kan worden. Voor het verkrijgen van een stage zijn er ook vele mogelijkheden. Een full time stage, gedurende een heel studiejaar tijdens een Master, is bijvoorbeeld Preventieve Jeugdhulp en Opvoeding. Deze stage wordt uitgevoerd met direct contact bij praktijkinstellingen.

De meeste vakken in het derde jaar wat betreft ontwikkelingspsychologie zijn theoretisch. Naast al deze theorie krijgt men in het derde jaar Evidence-based werken in de klinische praktijk en zal als afsluiting een empirisch onderzoek worden gedaan. Evidence-based werken in de klinische praktijk dekt verschillende vlakken voor het latere werkveld. Zo zal er onder andere geleerd worden gepubliceerde analyses te evalueren, de essentie van methoden verwoorden en data analyses uitvoeren in SPSS. Bij het uitvoeren van deze SPSS analyses wordt ook vereist dat de resultaten juist geïnterpreteerd en verwoord zullen worden voor in de praktijk. Aan het eind van dit vak zal je een goed inzicht hebben hoe methoden in hun werking gaan en welke methode effectief zal zijn voor een bepaalde situatie. Het vak Klinisch gespreksvaardigheden staat het dichtst bij het werkveld wat betreft praktijk. Tijdens dit vak zal men al in aanraking komen met jongeren en ouderen. Hiermee zullen gesprekken gevoerd worden waarop jijzelf achteraf zal reflecteren. In daaropvolgende gesprekken zal jijzelf de persoon voorzien van feedback en jouw interpretatie van hem/haar. In het derde jaar komt het bij deze specialisatie dus vooral neer op het combineren van opgedane theoretische kennis en het kunnen toepassen hiervan in de praktijk.

De best aansluitende mastertrack voor het worden van een kinder- en jeugdpsycholoog is klinische ontwikkelingspsychologie. Hierbij ligt de nadruk op de ontwikkeling van kinderen in het gezin en op school. Het betreft de kinder- en jeugdjaren, vroege jeugd en latere veroudering. Centraal in deze opleiding staat de normale, maar ook afwijkende ontwikkeling wat betreft cognitie, sociale en emotionele ontwikkeling van de desbetreffende doelgroep. Hierbij komen ook opvoeding, psycho-educatie en therapeutische technieken ter sprake. Door middel van deze mastertrack wordt een student goed opgeleid tot het worden van een kinder- en jeugd psycholoog bij zowel normale als afwijkende opvoeding. Op deze manier kan men later zelf kiezen welke richting hij/zij op wilt wat betreft kinderen. Zo is een vervolg in de klinische psychologie mogelijk, maar ook hulp bij sociale moeilijkheden, academische moeilijkheden zoals leerstoornissen, persoonlijkheidsstoornissen of mentale stoornissen

__________________________________________________________________________________

Bijdrage van Wesley en Puk uit practicumgroep 1

De Master Sport- en Prestatiepsychologie is een richting binnen de psychologie die zich bezighoudt met sport en prestatie.

Hierbij worden literatuur en methoden over psychologie gebruikt om mensen te ondersteunen bij het behalen van zelf opgestelde doelen, ambities en om ervoor te zorgen dat er een optimale prestatie geleverd kan worden wanneer dit van belang is. Een sport-en prestatiepsychloog kijkt niet alleen naar individuele, maar ook naar sociale factoren die een rol spelen bij het leveren van topprestaties.

Om in aanmerking te komen voor de Master Sport-en Prestatiepsychologie moet je door een selectieprocedure komen, waarbij er jaarlijks 20 studenten worden aangenomen. De volgende eisen worden gesteld bij studenten die de Master Sport- en prestatiepsychologie beogen:

1. Je moet een vooropleiding hebben gevolgd die vergelijkbaar is met de bachelor psychologie van de UvA. Hierbij moet 5 of meer ec bestaan uit het vak Inleiding in de Sportpsychologie, 24 of meer ec uit Psychologische of Sociaal Wetenschappelijke Methoden- en Statistiek cursussen en 9 of meer ec moet behaald zijn door Empirisch Onderzoeksproject in de Psychologie of een andere Sociale Wetenschap.

2. Hiernaast, moet je 16 of meer ec aan Psychologie vakken behaald hebben en 6 of meer ec aan Sportpsychologie vakken.

3. De Nederlandse taal moet op universitair niveau beheerst worden en moet de student aan kunnen tonen dat hij/zij gemotiveerd is of affiniteit heeft met de Master Sport- en Prestatiepsychologie.

Wanneer je toegelaten bent begint de eenjarige Master Sport- en Prestatiepsychologie. De eerste vier maanden volg je voltijd van september tot eind december vier basisvakken waarmee in totaal 24 ec kan worden gehaald. Deze vakken die hierbij aan bod komen zijn: Verdieping in de Sport- en Prestatiepsychologie; Talent, Expertise en Creativiteit; Interventies in de Sport- en Prestatiepsychologie; en Onderzoek in de Sport- en Prestatiepsychologie. Bij Verdieping in de Sport- en Prestatiepsychologie wordt geleerd welke processen van belang zijn wanneer iemand individueel of in een team moet presteren, welke mentale factoren meespelen bij blessures en hoe dit zich kan uiten. In het vak Talent, Expertise en Creativiteit ga je dieper in op deze drie onderwerpen en leer je hoe je deze kunt helpen ontwikkelen en bevorderen. Bij het vak Interventies in de Sport- en Prestatiepsychologie staat centraal hoe mensen in de praktijk geholpen kunnen worden, waarbij wetenschappelijke kennis de basis vormt. Het doel hierbij is een beter inzicht krijgen in hoe prestaties verbeterd kunnen worden. Ter voorbereiding op de masterthese volg je het vak Onderzoek in de Sport- en Prestatiepsychologie waarbij je leert om je verzamelde praktische vaardigheden te gebruiken. Verder wordt er aandacht besteed aan het opzetten van een geschikt onderzoeksdesign om je onderzoeksvraag te beantwoorden. Na deze vier maanden en het behalen van de basisvakken moet je stage lopen en onderzoek doen voor de masterthese. Hiervoor valt 36 ec te behalen. Bij het lopen van de stage kan je denken aan plekken zoals consultancy bureaus, professionele sportverenigingen, HR-management of reclamebureaus, waarbij meteen duidelijk wordt hoe breed het werkveld van een Sport- en Prestatiepsycholoog is.

Na het behalen van de Master Sport- en Prestatiepsychologie zijn er veel opties mogelijk. Binnen de Sport- en Prestatiepsychologie zelf zijn er al meerdere richtingen mogelijk, zoals Bewegingspsychologie, Klinische Sportpsychologie en Prestatiepsychologie. Om Sportpsycholoog te worden, moet er nog een Postacademische Opleiding tot Praktijk Sportpsycholoog (POPS) die wordt aangeboden aan de VU.